Vakantie op Bali in roerige tijden (2)

Langzamerhand begin ik wat onrustiger te worden. De moeheid verdwijnt langzamerhand en maakt plaats voor spanning. Per dag bekijk ik wat wijsheid is: hier blijven of naar huis komen? Een duivels dilemma vind ik het: als het zo is dat het virus niet gedijd bij temperaturen boven de 27 graden, dan loop ik hier minder kans om ziek te worden. Maar als dat niet zo is en ik word ziek, is het beter om toegang te hebben tot gezondheidszorg in Nederland. De toestand in de wereld verandert ondertussen ook steeds sneller. Op maandag begin ik met de gedachte te spelen om eerder naar huis te gaan, mijn vinger hangt boven de knop om mijn reis te gaan omboeken, maar ik kan het nog niet.

De volgende ochtend lees ik op het nieuws dat Europa de grenzen gaat sluiten. Met een trillende lijf besluit ik direct mijn ticket om te boeken. Ik ben enorm opgelucht als het lukt om mijn terugreis datum te wijzigen naar 21 maart. Mijn hart voelt zwaar, want ik hou zo van dit eiland, maar op dat moment voelt het beter om bij vrienden en familie in de buurt te zijn en ik besef dat Nederland toch echt mijn thuis is.
Kort daarna staat Wayan voor mijn deur; mijn chauffeur uit Ubud. Hij komt me ophalen, omdat ik voordat ik besloot te vertrekken, merkte dat ik graag bij mijn Balinese familie wil zijn. Ik begin me ook steeds eenzamer te voelen in Uluwatu, waar ik niemand ken.

Onderweg naar Ubud dringt het tot me door dat ik hier niet lang meer zal zijn op mijn geliefde eiland en dat het wellicht lang zal duren voordat ik hier weer terug zal keren. Ik neem alles onderweg goed in me op en hoewel alles er hetzelfde uitziet, is alles ook anders. Als ik in Payogan aankom en Ketut me vraagt hoe het gaat, moet ik huilen. Ik ben bezorgd. De situatie verandert steeds zo snel dat ik me afvraag of ik wel echt terug kan vliegen op 21 maart.  Het lukt me maar moeilijk om positief te blijven. Ik vraag me af of het niet wijzer is om nog eerder terug te gaan, desnoods met een andere maatschappij. Maar ik wil ook niet in een soort paniek een bokkensprong maken, om dan vervolgens ergens op een vliegveld vast te komen zitten. Er rest me niets anders dan het te doen met wat ik nu weet en ervan uit te gaan dat ik 21 maart terug vlieg.

De situatie verlamt me. De dingen die ik hier graag doe zijn niet meer toegankelijk of onverstandig om te doen. En iets oers in mij is ervan overtuigd dat als ik maar stil blijf zitten en mijn adem inhoudt deze Corona tijger mijn huis voorbij zal lopen en alles goed komt. Maar ja, het komt sowieso natuurlijk wel goed. Of ik nou onder een deken blijf liggen of niet. Dus pak ik voorzichtig mijn ochtendritueel weer op, dan is die alvast weer in the pocket. Ik sta op tijd op, mediteer 10 minuten en doe daarna wat oefeningen. De rest van de dag is lastiger om in te vullen. Ik lees veel hartverwarmende posts over mooie en inspirerende initiatieven van de clubjes waar ik graag kom op Instagram en Facebook; ik ben trots op jullie Satisfaction, De Bakfiets Gym en Sunshine Yoga. Nieuws probeer ik zo min mogelijk te lezen en ik ben blij met de lieve berichten die ik ontvang van vrienden en familie via de app.

Ik ben bang om het huis te verlaten. Toch bezoek ik mijn Zwitserse vriendin, omdat ik weet dat in contact zijn en blijven me helpt om de dingen realistisch te houden. Het leidt een beetje af, maar ik blijf de hele dag een knoop in mijn maag houden. Het eten smaakt me minder en alles wat er mooi is aan Bali lijkt haar schoonheid te verliezen. Bewust sta ik dus af en toe stil bij de prachtige natuur,  de typische Balinese geuren en kleuren. Het haalt me even terug in het hier en nu. Dit wat ik ruik, zie en ervaar, is alles wat er is. Alles wat echt is.